Tegen de 40-jarige Zoetermeerder die ervan wordt verdacht te hebben geschoten op het pand van de Saoedische ambassade aan de Koninginnegracht in Den Haag is tien jaar cel en TBS geëist.
Maar liefst 29 patroonhulzen vond de politie donderdagochtend 12 november 2020 op straat voor de Saoedische ambassade. Iemand had met een semi-automatisch vuurwapen meerdere salvo’s afgevuurd op het gebouw. Nog dezelfde dag werd de 40-jarige Zoetermeerder aangehouden als verdachte. Hij was in beeld gekomen omdat hij eerder de ambassade met leuzen had beklad. Ook had hij extreme, vaak jihadistische uitlatingen gedaan tegen de ambassade en tegen Nederland. De man bekende de schutter te zijn geweest, maar ontkende dit later weer. Zijn DNA is echter op een van de kogelhulzen aangetroffen.
De verdachte was volgens justitie boos omdat hij van de ambassade geen toestemming kreeg Saoedi-Arabië te bezoeken, terwijl hij koste wat kost op pelgrimstocht naar Mekka wilde. Met het schieten wilde hij afdwingen dat Saoedi-Arabië hem alsnog zou toelaten. Op het moment van de schietpartij was een beveiliger aanwezig in het ambassadegebouw.
Volgens de officier van justitie heeft de Zoetermeerder zich onder meer schuldig gemaakt aan opzettelijke geweldpleging en aan poging moord. Hij heeft deze feiten ook gepleegd met een terroristisch oogmerk, zo vindt de officier.
"Ernstige vrees aangejaagd"
“Verdachte heeft angstige gevoelens veroorzaakt onder een deel van de bevolking en ernstig vrees aangejaagd. Ook heeft hij de overheid van Saoedi-Arabië wederrechtelijk geprobeerd tot iets te dwingen. De impact van de beschieting was groot. Het was een daad, rechtstreeks gericht tegen een andere staat. Een staat die moet kunnen rekenen op een veilige vertegenwoordiging in Nederland,” aldus de officier van justitie.
Volgens psychologisch en psychiatrisch onderzoek lijdt de Zoetermeerder aan grootheidswaan en is hij verminderd toerekeningsvatbaar. Maar in de ogen van de officier van justitie was verdachte bij zinnen tijdens zijn daad en kan die hem bijna volledig worden toegerekend. Ook ziet de officier een groot risico op herhaling, gezien de toestand van de man. De uitspraak is op 24 december.